Google Analytics 4 versus Universal Analytics: de grootste verschillen

Het analyseprogramma van Google, waarvan wereldwijd maar liefst 350 miljoen websites gebruikmaken, gaat voor vernieuwing. We wuiven Universal Analytics uit en zeggen hallo tegen Google Analytics 4, of kort gezegd GA4. In oktober 2020 kwam Google al op de proppen met Google Analytics 4 en recent kondigde de internetgigant aan dat Universal Analytics komt te vervallen op 1 juli 2023.

In dit blogbericht vergelijken we beide programma’s: Google Analytics 4 versus Universal Analytics. En niet onbelangrijk: wanneer je moet overschakelen.

Google Analytics 4 werkt aan de hand van een event-based datamodel. Dat model geeft een diepgaand inzicht in de interactie tussen je klanten en je bedrijf. De datameting focust op interacties, crossplatformmeting, engagement en AI.

Maar wat is dat dan, een event-driven datamodel?

De naam zegt het zelf. Er wordt op basis van events gemeten. Er bestaan verschillende soorten events, denk maar aan: het klikken op een knop, scrollen op een pagina, bekijken van een video, sliden door een carrousel, … Op dit moment wordt al die informatie gemeten via Google Tag Manager en daar komt dus verandering in. Geen complexe tags & triggers meer aanmaken dus!

Extra pluspunt! Door middel van machine learning vult GA4 ook zelf informatie aan die ze niet direct kunnen inzien.

Het bouncepercentage verdwijnt in Google Analytics 4. De nieuwe versie van het analyseprogramma werkt met ‘engaged sessions’. We spreken van een ‘engaged session’ als de volgende voorwaarden vervuld worden:

• de website is minimaal tien seconden geopend geweest;
• er zijn meer dan twee events gemeten;
• de bezoeker is overgegaan tot conversie (wat een conversie is, bepaal je zelf).

Dat laatste puntje bij ‘bounce rate’ brengt ons naadloos bij de conversies. Google Analytics 4 werkt met conversies en niet meer met doelen (what’s in a name 😉). Bovendien kan je nu 30 conversies instellen. Dat zijn er 10 meer dan in Universal Analytics.

Google Analytics 4 biedt de mogelijkheid om te meten via: alleen per apparaat, per gebruiker-ID en apparaat of combined ID. Combined ID is de nieuwkomer in GA4. Het meet via de volgende chronologie (op basis van beschikbaarheid):

• eerst op basis van een gebruiker-ID (voor mensen die inloggen op je website),
• daarna op basis van Google Signals (= gebruiker is ingelogd met een Google-account),
• daarna op basis van apparaat-ID.

Zo verzamel je dus nauwkeuriger data over je websitebezoekers, want via combined ID wordt cross-device tracking maximaal meegenomen. Als een gebruiker je website bezoekt via verschillende apparaten, maar op al die apparaten ingelogd is met hetzelfde Google-account, wordt die persoon gemeten als 1 gebruiker in plaats van meerdere gebruikers.

Let op! Hierdoor kan je een daling zien in het aantal unieke bezoekers op je website.

Google Signals speelt een belangrijke rol in ‘combined ID’ meten. Door Google Signals te activeren, laat je Google toe data op te halen als Google-gebruikers ingelogd zijn op hun Google-account. Zoals hierboven aangegeven, kunnen we de gebruiker dus tracken als hij switcht van het ene naar het andere apparaat. De gebruiker moet daarvoor wel ingelogd zijn op zijn of haar Google-account (maar da’s meestal we het geval 😉).

Dat doe je best nu al. Er wordt geen historische data overgenomen van Universal Analytics naar Google Analytics 4 (bummer). Dus hoe sneller je start met Google Analytics 4, hoe meer data je al kan verzamelen, voordat UA effectief gedeactiveerd wordt.